Korte toelichting
Participerende observatie is een kwalitatieve methode die het mogelijk maakt om veel en rijkere gegevens over een groep te verzamelen en dieper inzicht te krijgen in de meningen en het gedrag van groepsleden en de groep. Begrippen als begrijpen en leren staan hier dus centraal. Door echt deel te nemen aan hoe beleid uitgevoerd wordt in de praktijk, bijvoorbeeld door de observeren hoe een managementteam van een culturele instelling het gebruik van een subsidie bespreekt, krijgt de evaluator een beter beeld hoe maatregelen in de praktijk uitwerken.
Bij participerende observatie neemt een observant (evaluator) dus deel aan de activiteiten van de groep die onderzocht wordt. Binnen deze groep vervult de observant een bepaalde rol, bijvoorbeeld als teamlid of collega. De observant krijgt zo de gelegenheid om de gedragingen, rollen en waarden van een groep van binnenuit te bestuderen. Dit in tegenstelling tot niet-participerende observatie waar de observator niet deelneemt aan de groep die bestudeerd wordt. Participerende observatie – populair in de antropologie - is een zelfstandige methode waarbinnen andere methoden zoals interviews en deskstudie ook een plek kunnen hebben.
Toepassingsgebied
- Participerende observatie kan verkennend worden ingezet. Dan is de observator flexibel en worden er vooral ongestructureerde waarnemingen gedaan. Dit levert meestal meer levensechte waarnemingen en beschrijvingen op. Participerende observatie kan ook heel gestructureerd worden uitgevoerd. De observator registreert specifieke gedragingen conform een protocol.
- Participerende observatie kan in heel specifieke gevallen worden ingezet, bijvoorbeeld in de vorm van een ‘mystery guest’ onderzoek waar een onderzoeker zich voordoet als een klant en dus deelneemt aan echte dienstverlening (bijvoorbeeld aan een balie of een online subsidieaanvraagproces) om zich zo informatie te verzamelen over hoe dat proces verloopt.
Eisen
Bij de inzet van een participerende observatie moet rekening gehouden worden met het volgende:
- De onderzoeker moet eerst vertrouwd raken met de te observeren groep. Vervolgens moet hij of zij investeren in het opbouwen van een relatie met de groepsleden en een rol verwerven in de groep. Bij een grotere acceptatie in de groep zal het inwinnen van informatie makkelijker verlopen.
- Participerende observatie kent enkele grote methodologische uitdagingen. Ten eerste kan een observator niet al het relevant gedrag observeren, omdat verschillende groepsprocessen tegelijk plaatsvinden (en tegenwoordig ook digitaal). Ten tweede is de toegang tot groepsprocessen ook afhankelijk van de positie die een observant in een groep verwerft. Bepaalde gebeurtenissen kunnen zich dan aan het oog onttrekken. Tot slot bestaat het risico dat de observant groepsprocessen onbedoeld beïnvloedt (en andersom dat de groepsleden de observatie, registratie en interpretatie beïnvloeden). Dit komt veel voor.
- Bij de overweging kan ook naar het alternatief van niet-participerende observatie worden gekeken. De observant bestudeert een groep van buitenaf. Dit is een veel gebruikte sociaalwetenschappelijke methode. Een observant gaat bijvoorbeeld op pad met politieagenten, BOA’s of inspecteurs die een nieuwe maatregel handhaven en observeert wat er in specifieke situaties gebeurt. Een observant kan ook binnen bedrijven, ziekenhuizen, scholen en andere organisaties afdelingen en vergaderingen observeren.
Beperkingen
Participatieve observaties kennen ook beperkingen:
- Aangezien participerende observatie zich vooral richt op begrijpen en leren is de methode minder geschikt om het effect van een maatregel vast te stellen. Participerende observatie biedt daarom geen basis voor het aantonen van causaliteit. Wel kan verdiepend inzicht worden gekregen hoe een beleidsmaatregel uitwerkt in een doelgroep, bijvoorbeeld doordat groepsleden over de maatregel discussiëren.
- Participerende observatie is een tijdrovende methode. Een observant moet toegelaten worden door de groep en langere tijd deelnemen om vertrouwen en inzichten te verwerven in de groep. Een beslissing over participerende observatie zou dan ook al bij de start van een beleidsmaatregel genomen kunnen worden, zodat deze methode voldoende tijd krijgt om effectief in te zetten.