Er zijn verschillende instrumenten om beleid te evalueren. Evaluaties worden uitgevoerd tijdens de beleidsvoorbereiding (ex ante), gedurende de uitvoering van beleid (ex durante), en na afloop (ex post) van beleid. Ministeries voeren zelfstandig de evaluaties uit, maar deze zijn gestoeld op een aantal Rijksbrede fundamenten: de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) en de Comptabiliteitswet 3.1 (CW3.1) Het geheel aan wetten, regels en instrumenten voor evaluaties vormt samen het Rijksbrede evaluatiestelsel. Hieronder worden de verschillende instrumenten toegelicht.
Agendering
Beleidsbepaling
Beleidsvoorbereiding
Uitvoering
Terugkoppeling
Wetten en regels voor evalueren
Ministeries zijn verplicht om beleid periodiek te evalueren. Dat is vastgelegd in de Comptabiliteitswet. De uitgewerkte richtlijnen voor beleidsevaluatie staan in de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 (RPE). De evaluatie van subsidies is behalve vanuit de RPE ook verplicht vanuit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Richtlijnen voor de evaluatie van agentschappen en zelfstandige bestuursorganen zijn opgenomen in de Regeling agentschappen en de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Strategische Evaluatie Agenda
De SEA is de afgelopen jaren stapsgewijs ingevoerd en sinds begrotingsjaar 2024 volledig in werking. Sinds 2022 maakt de SEA onderdeel uit van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE). Jaarlijks worden meer dan 300 evaluaties uitgevoerd.
De SEA komt voort uit de Operatie Inzicht in Kwaliteit.
Agendering
Interdepartementale beleidsonderzoeken (IBO's)
Heroverwegingen
Beleidsvoorbereiding
Maatschappelijke Kosten-Batenanalyses (MKBA's)
Beleidskompas
Beleidsbepaling
Beleidskeuzes uitgelegd (CW 3.1)
Uitvoering
Publieke Waarde Scan (PWS)
Terugkoppeling
Periodieke Rapportages (en Beleidsdoorlichtingen)
Een PR wordt per SEA-thema voor 4-7 jaar vooruit gepland en sluit aan bij belangrijke beslismomenten (vb. herziening/verlenging regeling). Een jaar voorafgaand aan de PR wordt de Kamer geïnformeerd over het plan van aanpak. De afgeronde PR wordt, inclusief Kabinetsreactie en oordeel van een onafhankelijke expert, gedeeld met de Kamer. Daarmee verantwoordt de PR de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid aan de burger en Kamer en vormt de voedingsbodem om het beleid verder te verbeteren.